In een paradijs in een buitenwijk wordt een jonge vrouw vroeg wakker om te bidden. Haar man, een ware kenner van vleselijke genoegens, is nergens te vinden. Terwijl ze haar dagelijkse routine begint, kan ze niet anders dan een diep verlangen naar zijn aanraking voelen. Plots barst hij in, onderbreekt haar gebeden en ontsteekt een vurige passie in haar. Hij is niet zomaar een man, maar een toegewijde echtgenoot die zijn vrouw op alle mogelijke manieren aanbidt. Hij verrast haar met een hete pijpbeurt, zijn bekwame lippen en tong die haar wilde intensiteit aanjagen. De bouwt op terwijl hij haar lichaam verkent, zijn handen vrij rondzwervend, zijn eigenzinnige geilheid vervuld door zijn vrouw. Dit is gewoon een snelle ravoel, maar een kortstondige verkenning, hun verlangen naar een gevoelige verkenningsgeest, hun onvoorstelbare liefde kennen ze niet, hun liefde is gebonden aan elke liefdevolle liefde, hun liefde en liefde voor elkaar, hun liefde voor elkaar en hun passie is gebonden in de liefdevolle kracht van hun relatie. Deze liefde is grenzeloos en vrij van de kracht van hun liefde.