Dit verleidelijke verhaal ontvouwt zich in de geheiligde zalen van een gewaardeerde onderwijsinstelling, waar een jeugdige en boeiende geleerde een diepgeworteld verlangen naar haar doorgewinterde mentor koestert. Het verlangen is zo intens dat het de grenzen van de academische wereld overstijgt en zich verdiept in het rijk van het vleselijke. Nadat de laatste bel gaat, die het einde aangeeft van een nieuwe lesdag, grijpt de onschuldig ogende damsel de kans aan om zich over te geven aan haar verboden verlangen. Wat zich vervolgens ontvouwd als een bewijs van haar onverzadigbare wellustigheid en de mentors die zich niets kunnen afvragen voor zijn beroep. Het tast zich uit als een meesteres in de passie, de vaardigheid van de mentor en de bekwame ontmoeting in de handen van hun onvergetelijke intensiteit. De studente verlaat de intensiteit van hun adem, hun onverwachte verlangens, hun onverzadigbaar verlangen naar adem en hun onverwachtse verlangens. Dit verlangen is een vruchtbare verademing van de wereld van hun geestdriftige verlangens.