In een rijk waar de machtsdynamiek oppermachtig heerst, bevindt een onderdanige vrouw zich in een staat van opperste vernedering. Haar meesteres, een bevelende figuur met wulpse rondingen en een onverzadigbare drang naar dominantie, gebiedt haar haar ruime boezem te dienen. De onderdanige, verstoken van enig gevoel van zelfrespect, geeft zich gretig over aan de taak die voor haar ligt, waarbij ze de meesteres weelderige borsten met haar tong uitstraalt. De meesteres op haar beurt geniet op haar beurt van de onderdanige ongemakken en degradatie, haar genot alleen maar verhoogd door de vernedering die ze ondergaat. Het tafereel ontbloot het stadium van het ontblote kontje, waarbij ze elke vorm van onderdanige tong in het midden van haar onderdanige minnares verkend. Het onderdanige gezicht van de onderdrukker wordt met een intens gezichtsbehandeling en de onderdanigheid van haar ondergeschikte minnares. De onderdrukker laat de intense aanraking van haar onderdrukker los met de intense aandacht van de ondergeschikten, nadat ze de heftige aanraking van haar tong heeft losgelaten.