Afrodithes, een onderdanige vixen, was gebonden en graag van dienst. Haar meester, de gezaghebbende dominator, had een unieke les voor haar gepland. Hij begon met het zachtjes strelen van haar haren, een voorbode van de wilde rit die haar te wachten stond. Buiten medeweten van haar had hij een goddeloos plan om haar borstelige bever te vernederen. Bij elke slag verstrengelde hij haar haren met zijn vingers, trok het terug terwijl hij zijn vingers diep in haar vochtige, harige diepten stootte. De sensatie was overweldigend, een prikkelende mix van genot en pijn. Haar kreunen werden steeds luider terwijl hij haar ruw bleef straffen met zijn lijf, gewronken in haar lijf. Eindelijk kronkelde hij in haar keel, wachtte af tot zijn lid haar kont binnenreunde. Het genot van haar kutje galmde nog na en het genot van de onderdanige haar, de pijn werd haar opgevangen. De reis van onderdanigheid begon in haar ogen te worden gezien, de pijn begon haar te prikkelen.