De bezoeker van buiten de stad, een jongeman die graag het onbekende territorium wilde verkennen, werd naar een bar getrokken die zich in het hart van het onbekende stadsgezicht had genesteld. Hij was altijd al een beetje een sociale vlinder geweest, en de aantrekkingskracht van het onbekende was te veel om zich te verzetten. Toen hij door de deuren stapte, spoelde de bedwelmende geur van drank en verlangen over hem heen, waardoor zijn eigen verlangens werden aangewakkerd. Zijn ogen ontmoetten een vreemde, een mooie vrouw met een ondeugende glinstering in haar ogen. Het was alsof hun blikken in een dans opgesloten zaten, een verleidelijk spel van verleiding. Ze wisselden woorden, chemie ontkenbaar. De man voelde zich door de opwinding van zijn bekende vrouw gejaagd, beleefd met een vertrouwd gevoel, hij had een bewonderd gevoel van bewondering, hij had haar met zijn hand meegesmolten, de jongedampt, hij had zijn mogelijkheden om dit avontuur te betreden, hij was klaargekomen voor het eindeloze avontuur van de jongeman. Dit avontuur was hem gevolgd door de bewondering en de mogelijkheden om deze stad binnen te komen.