In een wereld waar fouten onvermijdelijk zijn, bevond één jongeman zich in een hachelijke situatie. Hij had een ernstige fout gemaakt waardoor hij zich verloren en alleen voelde. Het enige wat hij wilde was de boel rechtzetten, de fout wissen en opnieuw beginnen. Maar hoe? Hij wendde zich tot zijn mentor, een wijze en ervaren man die de geheimen van het vak kende. De mentor, met een strenge blik, droeg de jongeman op om de boel goed te maken, zijn waarde te bewijzen en zichzelf te verlossen. De jongeman, vervuld van vastberadenheid en wanhoop, ging op zijn missie. Hij oefende onvermoeibaar, scherpte zijn vaardigheden aan, perfectioneerde zijn techniek. Elke dag bracht hij hem dichter bij zijn doel, leerde hem een lesje. Totdat de dag eindelijk aanbrak. Totdat hij eindelijk aankwam. Hij liet zien wat zijn mentor had geleerd, leerde hij wat hij had geleerd. De jonge man was onder de indruk, de mentor was vergeten. De jongeheer had zijn goedkeuring verdiend, de jongeman was zijn slat vergeten. De vergising was de jongeman vergeten. De man had zijn goedkeuring verdiend.