In een typische Indiase universiteit neemt het een opwindende wending als het jonge meisje alleen in de slaapzaal zit. Ze is verdiept in haar studie als ze een spookachtig gefluister hoort, waardoor rillingen over haar rug gaan. Paniekerig laat ze haar boeken vallen en haast zich naar haar vriendjes ruimte voor troost. Daar plaagt haar vriend haar speels door te zeggen dat de geest haar probeert te verleiden. Zijn woorden als grap nemend wordt ze speels en durft ze hem de geest te confronteren. Wat er vervolgens gebeurt neemt haar mee als haar vriendjes acties steeds intenser worden, wat leidt tot een passionele ontmoeting die haar ademloos achterlaat. De aanvankelijke angst wordt al snel vervangen door een wilde genotssessie waarin ze zich bezighouden met een harde, intense liefdessessie. De ontmoeting van hun vriend neemt hen mee in een onverzadigbare rit van plezier tussen hun hartelijke verlangens en hun hoogtepunt. Dit is een diepe verbinding tussen hun zoete verlangens en het zoete verlangen.